De titel van dit verhaal ziet er misschien uit als een vreemde taal en dat is ook wel zo. Het is een Fries woord wat ‘paardrijden’ betekend. Waarom ik voor deze titel heb gekozen zal vanzelf wel duidelijk woorden.
Dit verhaal is onderdeel van ‘het gewone leven kan soms ongewoon zijn’
***
Op een zomermiddag zaten Siebe en Wart aan een terrasje in Nijmegen te genieten van de eerste dag van de vakantie. Siebe hing wat achterover in zijn stoel en zette zijn hoed iets verder naar achter op zijn hoofd. Ze hadden het over niets bijzonders toen Mike en Peter bij hen aan de tafel gingen zitten.
“We hebben besloten om deze zomervakantie te leren paardrijden,” kondigde Mike aan en hij wees erbij naar Peter en zichzelf. Peter knikte ten bevestiging. “We hebben een volwassenen-cursus gevonden, waarin we een weekje ergens in het bos zitten en leren paardrijden.”
Wart keek de twee bedenkelijk aan, maar Siebe ging boog zich licht over de tafel en keek ze vrolijk aan. “Daar zullen jullie veel plezier aan beleven,” zei hij enthousiast. “Ik doe zelf aan paardrijden. Ik heb zelfs mijn eigen paard.”
De drie anderen keken Siebe verbaasd aan, dit was iets dat ze nog niet van hem wisten.
“Heb jij je eigen paard?” vroeg Peter toen.
“Ja, Aafje en ik hebben allebei een paard, ze staan op stal bij mijn oom en tante. Die hebben een boerderij, weet je. Een paardenfokkerij, ze fokken Friese paarden.” Siebe nam zijn glas met drinken op en nam een slokje. “Mijn neef en nicht hebben ook een eigen paard,” ging hij verder, “soms gaan met ons vieren een stukje rijden, soms ga ik ook alleen.”
“Is paardrijden niet meer voor meisjes?” vroeg Wart toen.
Siebe grinnikte zacht en keek Wart aan. “Daar ben ik het niet mee eens. Op maneges zie je inderdaad meer meisjes dan jongens, dat klopt, maar ik ken genoeg jongens die paardrijden. In de dressuur en paardenraces vind je juist veel mannelijke rijders. Wat me er aan doet denken, tijdens de middelbare school was ik eens stapelverliefd op een meisje. Zo’n populair meisje, je kent dat type wel. In ieder geval zag ze me ook wel zitten, of in ieder geval was ik goed genoeg om met haar gezien te worden. Hoe het ook zij, ik stelde eens voor om die zaterdag iets te gaan doen en ze zei dat ze niet kon, want ze moest naar rijles. Ik was meteen opgetogen, want dan konden we samen iets doen. Ik zei haar dat ik ook aan paardrijden deed en toen keek ze me aan en zei dat paardrijden voor meisjes is, niet voor jongens. Ik weet nu niet meer wie wie gedumpt heeft, maar dat was snel gegaan. Die kalverliefde was ineens voorbij.”
Wart grinnikte zacht en nam een slok van zijn drinken. “Oei, wordt ik nu gedumpt?”
Siebe schoot in de lach door de opmerking en schudde zijn hoofd. “Nee jong, je zal met meer moeten komen dan dat. Ik weet dat meer mensen er zo over denken, maar zoals Peter en Mike nog wel zullen merken zijn er ook mannen die leren paardrijden. Trouwens, dat meisje waar ik over vertelde, ik ben haar nog eens tegengekomen. Op de weg, tussen de velden. Ik was aan het rijden en zij ook, ze kwam van de tegenovergestelde richting. Blijkbaar zag ik er wel knap uit op dat paard, want ze kwam naar me toe en het was meteen van ‘Ach Siebe, dat is lang geleden!’ Ja…ik heb haar een fijne dag gewenst en ben doorgereden. Ik had weinig zin om nu ineens haar aandacht te krijgen.”
De anderen lachten zachtjes en gaven hem groot gelijk.
***
Een paar dagen later was Siebe bij Wart op bezoek en ze zaten op zijn slaapkamer waar ze op internet naar elektrische gitaren keken, Siebe had aangegeven daar wel op te willen spelen, waarna Wart had voorgesteld hem te helpen eentje uit te kiezen. Op gegeven moment schraapte Wart ongemakkelijk zijn keel. ‘Hé, denk je dat je me dat kunt leren?”
Siebe keek met een vragende blik naar Wart “Wat moet ik je leren?” vroeg hij. Over de elektrische gitaar kon Wart het niet hebben, hij was juist degene die les kreeg van Wart om het te kunnen spelen
“Paardrijden.”
Siebe keek Wart verbaasd aan, hij had niet gedacht dat Wart daar ineens interesse voor zou krijgen, maar tegelijkertijd vond hij het wel leuk. “Natuurlijk. Waarom?”
“Luister, dit is iets waarvan ik niet de buitenstaander wil zijn van ons drie.”
Er verscheen een serieuze blik op het gezicht van Siebe en hij keek Wart stil aan. “Ik wist niet dat je daar problemen mee had,” zei hij uiteindelijk tegen Wart.
Wart haalde zijn schouders op. “Siebe, jij en Mike mogen van mij op zo veel van die vreemde cursussen gaan als jullie willen. Potten bakken of zwaarddansen zegt me echt niks. Maar dit…ik weet niet waarom, maar hier wil ik niet het buitenbeetje in zijn, hier wil ik over kunnen meepraten.”
“Prima!” zei Siebe en hij begon meteen te bedenken hoe hij Wart kon leren paardrijden. Hij sloeg met een vuist in zijn hand. “Wij twee gaan een weekje kamperen op de boerderij van mijn oom en tante. En dan leer ik je paardrijden. Afgesproken?”
Wart knikte en schudde Siebe de hand. Hij vond dat Siebe er erg schappelijk mee was omgegaan en hij nam het serieus. Een goede vriend, dat was hij zeker.
***
Twee weken later stond Wart naast Siebe in een stal en ze bekeken samen de zwarte paarden die er stonden. De meeste paarden stonden op het weiland, maar de paar die nog in de stal waren stonden rustig te eten van het voer.
Siebe keek eens opzij naar Wart en keek naar de blik die hij in zijn ogen had. “Je hebt het niet zo op paarden, hè?” merkte hij op.
“Ik heb het niet zo op beesten die groter zijn dan ik ben,” mompelde Wart.
“Ik begrijp het,” antwoordde Siebe gemoedelijk en hij nam de schouder van Wart vast. “Wil je het nog steeds?”
Wart knikte als antwoord, hij was vastbesloten om dit te proberen.
“Goed, we beginnen bij de basis.” Siebe duwde een troffel in de handen van Wart. “Jij en ik gaan de stal schoon maken.”
Wart keek verbaasd van de troffel naar Siebe.
“Er is niets beter om je ongemak voor paarden te baas te worden, dan bij ze te staan, ze te observeren en te verzorgen. Ik denk dat je tegen het einde van de week wel in het zadel zit en ritje hebt gemaakt, ik ga je vandaag nog niet in een zadel hijsen.”
Wart knikte en samen begonnen ze aan de taak. Wart was niet lui en zeker bereid om te werken. Samen met Siebe werkte hij in de stal en hij keek toe hoe Siebe een van de paarden aaide toen hij naast hem stond. Het bleven grote beesten, maar ze waren in ieder geval kalm.
Tijdens het schoonmaken vertelde Wart aan Siebe een stukje over zijn leven, hij vertelde hij hij in Maastricht de vmbo had gedaan had en toen die afgerond was, was hij met zijn ouders, oudste broer en grootvader naar Nijmegen verhuisd, waar hij nog de laatste twee jaar van de havo had gedaan. En hoe zwaar de havo was geweest voor hem, maar dat hij het wel had gehaald. Siebe prees hem met doorgezet te hebben en zei respect voor hem hebben.
“Ja, dat krijg je terug van me,” zei Wart, met een blik op het paard waar Siebe naast stond.
“Ze zijn niet gevaarlijk,” zei Siebe, die zijn hand op de flank van de hengst legde. “Ik vind het prachtige dieren. Maar goed, laten we een pauze nemen.”
Die dag maakten ze samen de hele stal schoon en Wart was uitgeput, maar voelde zich tevreden. Hard werken en het vakantie noemen, Wart schudde zijn hoofd. Ongelofelijk, maar het was gezellig. Siebe was goed gezelschap, net als zijn neef Douwe. Het viel Wart op dat als de twee samen waren ze terugvielen op het Fries, zoals hij dat deed met zijn broers in het Maastrichts, maar als ze merkten dat hij binnen gehoorafstand was schakelden ze over op het Nederlands.
De volgende dag liet Siebe zien hoe je een paard moest verzorgen en klaarmaken om te gaan rijden. Hij liet het borstelen zien, het schoonmaken van de hoeven en het optuigen. Ondertussen stond Douwe verderop in de stal met een hooivork vuil hooi op te scheppen en deed het in een kruiwagen die vlak bij hem stond.
Siebe liet zijn gezadeld paard staan en haalde er een tweede bij, een mak dier. Hij stelde voor om het dat paard samen te verzorgen en te zadelen en Wart stemde toe, ook al vond hij het niets om zo dicht op het paard te staan. Ze stonden het resultaat samen te bekijken toen Siebe een hand op de schouder van Wart legde. “Heb je zin in een ritje?”
“Je zei tegen het einde van de week,” mompelde Wart.
“Tja, kijk, ze zijn nu toch gezadeld.”
Douwe grinnikte zachtjes om die opmerking en kwam bij hen staan. “Ik help wel mè je d’r op te krijg’n. We hebb’n ’n opstaphulpje.”
“Krekt, dà hebb’n we,” zei Siebe vrolijk en hij kreeg een por van Douwe, zoals altijd als hij op zijn boers begon te praten.
Siebe en Douwe leidden de twee paarden naar buiten en daar stond ook het opstaphulpje, wat gewoon een blok te zijn met twee treden bleek te zijn. Siebe leidde het gezadelde paard er voor en nodigde Wart uit om dichterbij te komen, terwijl hij de teugels vast hield. Langzaam kwam Wart dichterbij en hij keek Siebe eens aan, voor hij de trapjes beklom, het zadel vastpakte en in het zadel ging zitten. Het voelde heel onwennig, maar hij zat er in ieder geval op
“Het is hoog hè?” vroeg Siebe vrolijk. “Maar het is echt niet moeilijk hoor, geloof me.” Hij gaf de teugels aan Douwe en ging zelf naar zijn eigen paard, waar hij zonder opstaphulp in het zadel ging zitten.
“Uitslover,” grinnikte Douwe naar hem en Siebe liet een grijns zien. Hij liet zijn paard naar voren stappen tot hij naast Wart stond.
“En? Valt het mee?”
“Ik ben er nog niet af gevallen…”
“En dat zullen we proberen zo te houden. We zullen stapvoets gaan vandaag. Misschien kunnen we tegen het einde van de week een drafje proberen.”
“Dus morg’n galopper’n jullie,” vertaalde Douwe met een grijns en Wart grinnikte zacht.
“Ja, die conclusie had ik ook al getrokken.” Je kon zeggen wat je wilde, Siebe en Douwe maakte het in ieder geval leuk. Alles ging ontspannen en op het gemak. En ze lachten hem uit, dat was iets waar Wart zich wel zorgen over had gemaakt. Niet dat hij dacht dat Siebe hem zou uitlachen, maar hij had gevreesd dat die neef dat wel zou doen.Douwe had zich als een schappelijke en vriendelijke kerel laten zien en Wart voelde zich best op zijn gemak, voor zover dat kon hoog op een paard.
Douwe leidde het paard van aan een lange lijn zodat Wart kon wennen aan de bewegingen van het paard. Siebe gaf wat instructies over hoe Wart moest zitten en ze deden een paar kalme rondjes over het erf, waarbij Wart alleen maar moest zitten en zich vasthouden. Siebe reed kalm naast hem met de teugel in zijn hand en zat er ontspannen bij.
En hier liet Siebe het bij, na een half uurtje gestapt te hebben zei hij dat het wel goed was voor die dag, want hij wilde Wart nog vanalles laten zien. Eerst hielp Douwe Wart weer van het paard af en daarna gingen ze met hun drieën terug naar de stal waar Douwe zijn werk afmaakte en Siebe en Wart de paarden weer van het zadel ontdeden.
Vanaf dat moment zadelden ze iedere dag twee of drie paarden en leerde Siebe en Douwe aan Wart hoe hij moest paardrijden.
Tegen het einde van de week stond Siebe naast zijn gezadeld paard en keek naar Wart die al op eentje zat. Op het moment dat Siebe wilde opstijgen zag hij dat zijn oom er aan kwam en hij wachtte even. De oom van Siebe keek even naar de paarden en knikte een keer.
“Geane jimme hynsteride?” vroeg hij
Siebe knikte om aan te geven dat ze dat inderdaad gingen doen. “Yndied,” zei hij nog, “gewoan ’n koart loopke troch de fjilden.”
((vertaling: “Gaan jullie paardrijden?” – “Inderdaad, gewoon een kort ritje door de velden.”))
Het werd een gezellig ritje die ze stapvoets deden. Voor Wart was dat prima, het hoefde niet harder voor hem en Siebe zag ook geen reden om sneller te gaan. Draven en galloperen, dat waren dingen die later ook nog geleerd konden worden. Ze spraken een beetje over sport, waarbij Wart vertelde wel naar sport te kijken, maar het verder niet te doen. Siebe vertelde op zijn beurt dat hij een groot schaatsliefhebber was en lange afstand trainde in een schaatsclub. Hij vertelde ook dat het zijn droom was om ooit mee te doen aan de Elfstedentocht en dat die droom de reden was waarom hij de trainingen serieus nam.
De volgende dag nam Wart afscheid van Siebe en Douwe om terug te keren naar Nijmegen. Siebe zelf ging terug naar Leeuwarden om bij hem thuis nog wat van de vakantie te genieten.
*** © Mariska Bekker ***