Een vampier

Dit verhaal is aangepaste versie van ‘het gewone leven kan soms ongewoon zijn’, een AU (Alternatief Universum). Hoewel personages uit de eerder genoemde verhalenreeks worden gebruikt, gebeuren hier dingen die de geen plaats hebben in de eigenlijke reeks

***

 

De zon was al een paar uur onder en het enige licht op de straat kwam van de straatlantaarns. Met zijn handen diep in zijn zakken wandelde Mike over de stoep, zijn neerslachtige blik was op de stoepstenen gericht. Dorst had hij, zo’n dorst, maar hij wilde niemand meer doden. De vrouw, die ene vrouw die hij had gedood, haar gezicht bleef door zijn hoofd spoken. Mike sloot zijn ogen, dat wilde hij echt niet nogmaals doen. Hij kon niet meer, hij wist dat hij bloed moest drinken, maar hij wilde het niet. Het enige wat hij kon bedenken was hulp te zoeken bij zijn oom. Bij zijn ouders kon hij niet terecht, dat was wel gebleken. Hij had het ze verteld, maar zijn moeder had hem het huis uit gejaagd. Hij trachtte de brok in zijn keel weg te slikken, maar dat lukte niet. Zijn moeder had hem gewoon… verstoten nu hij een vampier was. En hij had ze niet eens iets gedaan, maar hij had haar angst gezien. Alsof hij een monster was. Weer dacht hij aan die vrouw en hij richtte een wanhopige blik op de sterren boven hem. Misschien was hij dat ook wel.

 

Mike kwam aan bij het flatgebouw waar zijn oom woonde en stond een paar minuten daar de bel te kijken voor hij zich zo ver kreeg om er op te duwen. Niet veel later klonk de stem van zijn oom door de speaker.

“Ja hallo! Wie heeft de eer zo laat nog voor de deur te staan?”

Ongewild moest Mike toch even glimlachen. “Heb je even tijd voor je favoriete neefje?”

“Natuurlijk! Kom maar naar boven!”

De deuren gingen open en Mike ging het gebouw in.

Met de lift ging Mike naar boven en eenmaal op de juiste verdieping ging hij met loden schoenen naar de flat van zijn oom, waar hij zag dat de deur al openstond. Zelfs al stond de deur open, naar binnen kon hij niet. Nog zoiets, een vampier kon niet ergens binnen komen zonder uitgenodigd te worden.

“Oom Andy?”

“Wat treuzel je nou?” vroeg Andy vriendelijk. “Kom binnen, Mike.”

Een uitnodiging, Mike kon nu binnen. En mogelijk had zijn oom net zijn eigen doodvonnis getekend. Meteen bande hij die gedachte uit zijn hoofd, hij zou zijn oom nooit iets aandoen.

Andy bekeek hem met een frons. “Tjee Mike, voel jij je wel goed? Je ziet zo bleek. Ben je daarom hier gekomen?” Als arts kreeg hij vaker een bezoek of telefoon van zijn familieleden of buren als die ergens last van hadden en als hij kon hielp hij ze graag verder.

“Ja,” mompelde Mike. “Dat is de reden waarom ik hier ben.” Hij ging naar het leren bankstel dat er stond en ging er met een zucht zitten.

Nog steeds met een frons ging Andy naast hem zitten. “Vertel maar, wat is er?”

“Ik…” Mike sloot zijn ogen voor een kort moment en schudde zijn hoofd, waarna hij zijn oom droevig aankeek. “Geloof je in vampiers?”

“Bedoel je die moorden die hebben plaatsgevonden in de stad?” vroeg Andy. Er waren mensen teruggevonden zonder bloed in hun lichaam en twee gaatjes in hun nek. Ze werden de ‘vampiermoorden’ genoemd, omdat de daders het hierop hadden laten lijken, zo had de politie in ieder geval verkondigd.

“Echte vampieren,” zei Mike. “Die mensen die ze hebben teruggevonden zijn slachtoffers geworden van vampieren.” Eentje was zijn slachtoffer. Een gedachte die iedere keer opnieuw pijn deed. “Ze bestaan.”

“Hoe weet je dat zo zeker?” vroeg Andy.

Als antwoord nam Mike de kraag van zijn shirt vast en trok die wat omlaag, zodat er twee rode punten in zijn hals zichtbaar waren.

Andy staarde er verbijsterd naar en keek daarna naar het bleke gezicht van zijn neefje. “Ben jij ook een slachtoffer?” fluisterde hij.

Mike knikte, al wilde hij veel liever in tranen uitbarsten. Hij merkte dat zijn oom iets achteruit leunde en de leuning van de bank vastnam. Hij slikte moeizaam, natuurlijk was die bang, wie was er niet bang voor vampieren? Het was onmogelijk om zijn oom nu aan te kijken. “Ja,” mompelde hij, “ik ben een monster.” Zijn handen knepen in de stof van zijn broek. “Een bloeddorstig monster.”

Het was doodstil in de flat.

“Ik kan beter gaan,” fluisterde Mike, die zijn hoop voelde wegglippen. Waarom zou zijn oom hem willen helpen als zijn eigen moeder dat al niet kon? Kon hij wel geholpen worden? Mike wilde opstaan, maar voelde een hand op zijn schouder en hij keek op. Hij zag dat zijn oom niet bang keek, maar droevig.

“Mike, hoe is dit gebeurd?”

En voor het eerst sinds het gebeurd was vertelde Mike het hele verhaal, zijn moeder had hem de kans niet gegeven om alles te kunnen vertellen. Hij vertelde hoe hij werd aangevallen en hoe de tanden zich in zijn vel hadden geboord. Hij vertelde hoe hij zich steeds zwakker voelde terwijl de vampier zijn bloed dronk en hoe hij zijn bewustzijn was verloren. En dat hij wakker was geworden als vampier. En zijn eerste en tot nu toe enige slachtoffer.

“Ik had zo’n dorst,” fluisterde Mike. “Het was sterker dan mij, ik…ik wilde haar niet doden, maar het gebeurde.”

“Wanneer was dit?”

“De verandering drie nachten geleden, het slachtoffer twee nachten geleden.”

“En je hebt sindsdien niets meer gedronken?”

Mike schudde zijn hoofd met zijn blik strak op de tafel gericht.

“Dan zul je wel,” begon Andy, maar hij stopte toen hij zag hoe Mike zijn hoofd in zijn handen verborg en begon te snikken. Met een blik vol medeleven legde hij zijn hand in de rug van Mike en wreef zachtjes.

“Ik heb zo’n dorst,” fluisterde Mike tussen zijn snikken in. “Ik heb zo’n dorst, maar ik wil er niemand voor vermoorden. Ik kan het niet, maar ik ben bang dat ik mezelf niet in de hand zal kunnen houden als deze dorst erger wordt.”

Weer was het even stil in de flat, op de snikken van Mike na.

“Tja Mike,” zei Andy toen. “Ik heb nu niet bepaald een litertje bloed in huis.”

Mike keek op, al zei hij niets.

Andy liet een glimlach zien en boog zich iets voorover. “Mag ik even kijken?”

Mike knikte en kantelde zijn nek, zodat zijn oom de bijtwonden kon bekijken. Hij voelde de duim van zijn oom over de huid van zijn nek strijken, over de wonden die de tanden van de vampier hadden veroorzaakt.

“Wie weet dit al?” vroeg Andy toen.

Mike keek weer naar de grond en sloot zijn ogen even. “Mijn ouders. Ik vertelde ze het vanavond. Ik kon het verborgen houden, toen ik thuis kwam nadat ik… veranderd was zei ik dat ik me niet goed voelde en ging naar bed. De volgende dag merkten ze dat ik bleek was, maar ik zei dat ik ziek was en ze geloofden het en ik heb de hele dag op mijn kamer doorgebracht. Die nacht ging ik naar buiten, ik moest even een frisse neus halen. Ik had dorst, maar ik dacht dat ik het wel in de hand kon houden.” Zijn mond vertrok iets. “Niet dus, mijn… nieuwe instincten namen over toen ik die vrouw zag en ik dronk tot ik genoeg had. Wat haar dood betekende.” Hij sloot zijn ogen kort en schudde zijn hoofd, dat was iets wat hij nooit zou vergeten “Ik ging terug naar huis en waste het bloed van me af. Ik vond het verschrikkelijk wat ik gedaan had en ik ben twee dagen in mijn kamer gebleven. Mijn ouders kwamen vaak kijken, maar ik bleef doen alsof ik ziek was, omdat ik ze de waarheid niet kon vertellen. Vandaag had ik zo’n dorst en ik wist niet wat ik er mee moest, dus besloot ik om mijn ouders om hulp te vragen. Toen ik beneden kwam wilde mijn moeder me een kruis geven om te dragen, vanwege de vampiermoorden. Daar reageerde ik nogal… instinctief op. Ik liet mijn tanden zien en deinsde terug, waardoor ze meteen wisten wat ik ben. Mijn moeder begon te roepen dat ik er eentje was, dat ik duivelsgebroed was en ze smeet eerst een Bijbel en daarna dat kruis naar mijn hoofd. Ik probeerde het wel uit te leggen, maar ze schreeuwde dat ik een monster was en het huis uit moest en ze smeet nog een vaas naar me. Ik… ik vluchtte weg.” Hij bleef naar de grond voor zijn voeten kijken. “En toen kwam ik naar hier. Ik heb… geen andere plek om naar toe te gaan.”

Het was stil in de flat en Mike durfde niet op te kijken, tot hij de hand van zijn oom op zijn schouder voelde.

“Je kunt hier blijven,” zei Andy tegen Mike. “Het is goed dat je hier kwam, ik help je wel.”

Er verschenen tranen in de ogen van Mike en toen hij voelde dat zijn oom hem omarmde, nam hij hem ook vast. Hij kon nauwelijks geloven dat zijn oom hem wilde helpen.

“Ik heb zo’n dorst,” fluisterde hij.

Het was weer even stil. “Drink dan wat,” zei Andy uiteindelijk.

Mike maakte zich langzaam los uit de omhelzing en keek zijn oom verbaasd aan, maar al snel verscheen er een gepijnigde uitdrukking en hij schudde zijn hoofd.

“Ik vertrouw je,” zei Andy toen. “Je mag wat van mijn bloed drinken, maar als ik je vraag om te stoppen, dan moet je stoppen.”

“Maar als ik…”

“Wil je me doden?” vroeg Andy kalm en hij zag dat Mike zijn hoofd schudde. “Ben je bang dat je me doodt?” Nu knikte Mike. “Dan geloof ik dat je kunt stoppen. Drink iets zodat je ergste dorst voorbij is en dan kunnen we nog kijken wat we kunnen doen om een meer duurzame bron voor je te vinden.” Hij glimlachte kort. “Want ik heb maar zo veel liter beschikbaar, mijn bloed is niet onuitputtelijk.”

“Maar,” begon Mike. “Je hebt al een lage bloeddruk, is het niet gevaarlijk voor je om bloed te geven?”

“Ik kan minder geven dan de meeste,” gaf Andy toe, “maar als het je helpt je ergste dorst te lessen is het in orde. Drink wat.”

Mike keek zijn oom stil aan en knikte toen. Zijn blik gleed naar de nek van zijn oom, hij had dorst. Veel dorst. En daar zou hij vinden wat hij zocht. Hij opende zijn mond en onthulde zijn hoektanden terwijl hij naar voren ging. Hij zette zijn tanden in de nek van zijn oom en doorboorde de huid, hij hoorde de kreun van zijn oom, maar dacht daar verder niet over na. Het bloed waar hij zo naar verlangd had streelde zijn tong en hij zoog aan de toegebrachte wond om meer bloed te kunnen drinken. Hij wilde zijn dorst lessen met dat heerlijke bloed.

Andy hield een hand op het hoofd van zijn neef, het deed meer pijn dan hij had verwacht en het voelde vreemd om iemand zijn bloed te laten drinken. Hij wist dat zijn neefje dit ook had meegemaakt, maar die had hem leeggedronken en daarna een vampier van hem gemaakt. Hij begon zich licht in zijn hoofd te voelen en nam de schouders van Mike vast. “Mike, het is genoeg. Stop.” Daar leek Mike niet op te reageren. “Mike, stop,” herhaalde Andy, maar nog stopte Mike niet met drinken. Er ontsnapte een kreun bij Andy, die de schouders van Mike steviger vast. “Mike!”

Nu pas stopte Mike met drinken en hij keek op, zijn ogen hadden een rode schijn, maar die trok langzaam weg tot zijn ogen weer normaal waren. “Gaat het?” vroeg Mike.

Andy keek naar Mike terwijl een hand naar de wond in zijn nek ging. Hij knikte langzaam, maar sloot zijn ogen. “Je had eerder mogen stoppen.”

“Het spijt me, het was… moeilijk om te stoppen.” Hij had het wel gehoord, zowel de eerste keer en de tweede keer, maar hij had geen gehoor kunnen geven aan het verzoek. Net als bij die vrouw was hij in een soort roes gekomen van het drinken, maar uiteindelijk had hij zich daaruit losgemaakt.

Andy stond op van de bank, wankelde een paar passen in de richting van de badkamer en viel neer. Mike stond bijna meteen recht en ging bij hem zitten. “Oom Andy?” fluisterde hij.

“Je hebt iets te veel genomen,” mompelde Andy, die met zijn ogen dicht op de grond zat. Met zijn ene hand hield hij de wond nog dicht, met de andere steunde hij op de vloer.

“Wat kan ik doen?”

“Ik moet liggen, help me op de grond.”

Mike knikte en hielp zijn oom op zijn rug.

Met een hand wreef hij over zijn hoofd en daarna bekeek hij zijn bebloede hand. “Haal iets om het te verbinden…” verzocht hij mompelend. “Gaas, watten, plakband, je vind het in de badkamer. Als het verbonden is moet je iets zoeken om onder mijn voeten te leggen, die moeten wat omhoog.”

“En verder?”

“Verder moet ik alleen rusten, ik ben duizelig.”

Mike knikte weer en ging snel naar de badkamer, waar hij inderdaad alles vond. Met de spullen keerde hij terug naar zijn oom en verbond de wond volgens zijn instructies. Daarna legde hij een kussen onder zijn voeten en keek hij hem stil aan.

“Wat is er?” vroeg Andy nadat ze een tijdje in stilte hadden gezeten.

“Dank je,” fluisterde Mike.

“Gaat het beter nu?”

Mike knikte.

“Goed dan.” Andy keek even naar Mike voor hij zijn ogen weer sloot. “Er hangt nog wat bloed,” meldde met een kleine glimlach, terwijl hij naar zijn eigen mondhoek wees.

Mike veegde over zijn eigen mond en zag inderdaad wat bloed op zijn hand zitten. “Tja…” mompelde hij. “Geen spiegelbeeld.”

Vanaf die avond bleef Mike bij zijn oom, die naar zijn broer belde om te laten weten waar Mike was. Zoals Andy wel had verwacht was Mathijs bezorgd over zijn zoon,  en diepbedroefd over wat er gebeurd was.
De dag nadat Mike bij hem was gekomen ging Andy al op weg om een alternatief te zoeken Mike, want hij kon het niet blijven geven. Dat alternatief werd dierenbloed wat hij bij een slager kocht.

Hoe het verder zou gaan, dat moesten ze nog bekijken. Het was onmogelijk voor Mike om naar de universiteit te gaan om zijn opleiding verder te volgen, al had dat hoe dan ook geen zin, want een archeoloog moest overdag ook naar buiten kunnen gaan. Er was geen opgraving die alleen ’s nachts plaatsvond.

De beslissing werd met pijn in zijn hart genomen, maar hij meldde zich af bij de universiteit. Als hij niet kon gaan en het beroep dat hij wilde doen niet kon uitoefenen, dan had het geen zin dat hij de opleiding bleef betalen.

Op gegeven moment zou hij zijn vrienden moeten inlichten over wat er gebeurd was, maar dat wilde hij nog niet meteen doen. Na de reactie van zijn moeder was het vooruitzicht dat hij het aan hen moest vertellen beangstigend, dus hij bleef het uitstellen.

In ieder geval had hij zijn oom, die hem zo goed mogelijk probeerde aan zijn nieuwe leven, zijn nieuwe bestaan, te wennen.

 

*** © Mariska Bekker ***