Het meisje met de twee harten

Dit verhaal is onderdeel van ‘het gewone leven kan soms ongewoon zijn’

***

Op een van de stoelen in de polikliniek kindergeneeskunde zat het zeven-jarige meisje Ellie Gobstra. Ze speelde met de paarse beer op haar schoot terwijl ze naar de paar kinderen keek die in het speelhoekje aan het spelen waren, terwijl hun ouders een tijdschrift lazen. Gedachteloos speelde ze met het groene strikje onder het pluizig kinnetje van haar knuffeldier.

“Je mag ook even spelen,” zei mevrouw Gobstra tegen haar dochter.

Daar knikte Ellie op, maar ze had er geen zin in.

Ik wil buiten spelen, dacht ze

Maar we moeten naar de dokter, we kunnen nu niet buiten spelen.

Hier wachten is saai.

Dat is wel zo, maar het moet toch.

Waarom eigenlijk? We zijn niet ziek.

Nee, maar we zijn wel anders dan andere kinderen.

Ellie schrok op uit haar gedachten toen de deur openging, een vrouw en haar zoontje kwamen naar buiten en sloten de deur achter hun.

“Nu zijn wij aan de beurt,” zei mevrouw Gobstra.

Ellie knikte en keek naar de deur, hoewel ze sinds haar geboorte ieder jaar op controle kwam bleef het spannend. Wie weet zou de dokter deze keer zeggen dat het slecht ging.

De deur ging weer open en ze keek naar de lange man die zijn blonde haren in en los paardenstaartje had en een open witte jas droeg over een groen t-shirt. Ze keek even naar de opdruk: een uil met daarboven de tekst (eigen)wijs. Ze giechelde zachtjes en stond met haar moeder op.

“Kom maar binnen,” zei de kinderarts tegen hun.

“Goedemiddag, dokter Petersen,” hoorde ze haar moeder hem begroetten, waarna de arts haar op eenzelfde manier teruggroette.

Ook zij stak haar hand uit. “Hallo, dokter Petersen,” zei de beleefd, want zo had haar moeder haar dat geleerd.

“Ellie,” zei de arts, die haar hand schudde en zich glimlachend naar haar toeboog. “Volwassenen noemen mij dokter Petersen. Jij mag gewoon Andy zeggen.” Hij knipoogde, liet haar hand weer los en ging naar zijn bureau, terwijl hij Ellie en haar moeder uitnodigde om te gaan zitten.

“Vorige week waren jullie bij de cardioloog,” zei Andy, terwijl hij het dossier opensloeg en er een blad met kriebellijntjes en een zwart-wit foto uithaalde. “De ecg en echo’s zien er goed uit, geen afwijkingen. Nu ga ik nog even luisteren, bloeddruk meten, de pols, lengte, gewicht, de standaarddingen.”

Ellie knikte en zette het beertje op haar stoel voor ze naar de onderzoekstafel ging om daar te gaan zitten. Ondertussen kwam de arts achter zijn bureau uit en kwam hij met zijn stethoscoop naar haar toe.

Hij zette het kopje op de linkerkant van haar borst en luisterde even, hij knikte en verzette het naar de rechterkant, waar hij ook even luisterde en weer knikte. “Ze klinken allebei normaal, nu zullen we de rest nog eens meten.”

Voor haar geboorte al had ze de gynaecoloog versteld doen staan toen hij ineens niet één, maar twee harten op zijn echo zag. Eentje aan de linkerkant van haar lichaam, waar die hoorde te zitten, en eentje rechts.

Zoals Andy het haar had uitgelegd, toen hij haar oud genoeg achtte om het te begrijpen, haar rechterhart ontving het zuurstof-arme bloed, stuurde het door de longen via een slagader en haar linkerhart stuurde het bloed daarna door haar lichaam. En hij had ook verteld dat dit een uniek geval was.

Van haar moeder had ze gehoord dat ze erop had gestaan om haar geval anoniem te houden, omdat ze niet wilde dat haar dochter een speeltje van de wetenschap werd. Wel had ze toegestaan om haar te onderzoeken. Blijkbaar hadden Andy, de gynaecoloog en haar kinder-cardioloog haar al voor haar geboorte bestudeerd, tijdens de eerste jaren haar ontwikkeling gevolgd en hun bevindingen naar buiten gebracht, anoniem zoals haar moeder had gevraagd. Nu was er een jaarlijkse controle om te zien of ze geen complicaties waren.

Nadat de onderzoeken afgerond waren, gingen ze weer aan het bureau zitten en Andy stelde nog wat vragen over haar fysieke activiteit en of dit problemen met zich meebracht, wat niet het geval was.

“Alles lijkt in orde te zijn,” vertelde Andy aan haar moeder terwijl Ellie naar buiten keek. “Ze heeft geen groeiachterstand, een goede bloeddruk. Ik wil het wel blijven opvolgen, gewoon één keer per jaar. Als ze met haar groeispurt begint wil ik haar twee keer per jaar zien.”

Terwijl de volwassenen praatten keek Ellie door het raam naar de wolken die voorbijdreven. Het is lekker weer, straks ga ik lekker buitenspelen, dacht ze.

Ja, fijn. Met het springtouw?

Ja, met het springtouw.

“En jij, Ellie, ga je nog lekker genieten van deze mooie dag?” vroeg Andy ineens.

“Ja, we gaan touwtje springen.”

“Leuk,” antwoordde Andy.  “Met wie ga je straks touwtje springen?”

“Met niemand,” antwoordde Ellie. “Morgen komt Inge op bezoek, zij is mijn beste vriendin. Wij gaan altijd samen touwtje springen, maar vandaag speel doe ik dat alleen, want mijn broer vindt dat niet leuk.”

“Wie bedoelde je dan met ‘we’?” vroeg Andy.

Ellie bloosde en keek naar haar knieën. “Ik…ik bedoelde ik. Ik ga straks touwtje springen. Er is niemand anders om mee te spelen. Ik ga alleen touwtje springen.” Ze frunnikte met het strikje van haar beer en durfde niet op te kijken. Ze had allang begrepen dat mensen normaal geen twee stemmen in hun hoofd horen. Eentje maar, dat was normaal.

“Zeg Ellie, je weet dat als je ergens mee zit, dan mag je er altijd over praten, hè. En als je vragen hebt, stel je ze gerust.”

“Ze heeft een ingebeeld vriendje,” zei haar moeder toen. “Daar praat ze wel eens mee. Dat doet ze al een hele tijd. Ik had begrepen dat ik me daar geen zorgen over moet maken.”

Andy knikte en richtte zich weer tot Ellie. “Is dit vriendje vandaag meegekomen?”

“We zijn altijd samen,” fluisterde Ellie.

“En hoe heet jouw vriendje?”

Ellie haalde haar schouders op. “Ze heeft geen eigen naam.”

“Heeft ze zich nooit voorgesteld?”

“Dat moet niet, ze woont in me. Wij horen bij elkaar en we praten met elkaar.”

Er verscheen een bedachtzame frons bij Andy. “En hoe hoor je het verschil tussen jouw gedachten en haar stem?”

“Ze heeft een andere stem,” antwoordde Ellie bedeesd. “Mijn gedachten klinken als mijn stem en haar stem klinkt gewoon anders.”

Andy leunde naar achteren en wreef met zijn hand over zijn kin. Hij richtte zich tot de moeder. “Ik wil jullie graag doorverwijzen naar een goede vriend van me,” zei hij, terwijl hij een kaartje uit zijn bovenste la haalde. “Dokter Vankulingen, hij is een kinderpsycholoog.”

“Ik ben niet gek!” riep Ellie uit. “Ze is echt!”

“Ik heb nooit gezegd dat je gek bent,” antwoordde Andy kalm.

“Alleen gekke mensen moeten naar een psycholoog, dat heeft Eddie verteld!”

“Haar broer?” vroeg Andy met een blik op de moeder, waar hij een bevestigend knikje kreeg. “Goed. Ellie, maak je geen zorgen. Jasper zal alleen even met je praten en ik weet zeker dat hij je vriendin graag wilt ontmoeten. Hij heeft al veel onzichtbare vrienden en vriendinnen in zijn praktijk gehad.” Hij gaf het kaartje aan de moeder. “Ik zal een verwijsbrief maken, maak een afspraak en geef die aan hem als je op gesprek gaat.”

Mevrouw Gobstra knikte en nam het kaartje aan. Ze keek toe hoe Andy informatie invoerde in een programma op de computer en even later kwam er een verwijsbrief uit de printer. Hij tekende het, vouwde het op en deed het in een envelop.

 

Twee weken later zat Andy in de praktijk van Jasper Vankulingen, samen met Frank Peeters, dokter in de gynaecologie. Ze hadden het over Ellie Gobstra.

“Het kan een meervoudige persoonlijkheidsstoornis zijn,” zei Jasper met een blik op zijn aantekeningen. “Maar ik was laatst op een congres en een van de sprekers had het over alleengeboren tweelingen en welke gedragingen dat met zich mee kan brengen. Dat is een onderwerp waar geen wetenschappelijk bewijs voor is, maar ik heb dat lijstje er ook eens bijgehaald en er waren veel mentale en emotionele kenmerken die overeenkomen. Het is wel opvallend dat ze dit niet als haar zus ziet, dit is gewoon een stem die ook een deel is van haar, ze zijn met hun twee maar zien zichzelf als één.”

“Ze heeft twee harten,” zei Andy. “Het is klinisch mogelijk dat er een meerling was, maar dat er eentje is overleden en dan werd geabsorbeerd door het tweede embryo. Dat het resulteert in een tweede hart, dat is uniek. Er is geen ander bekend geval.”

“Hoe werkt dat dan?” vroeg Jasper. “Is het hart overgebleven, opgenomen door het embryo en onderdeel gaan uitmaken van het circulatiesysteem? Of zijn die opgenomen cellen uitgegroeid tot een tweede hart?”

“Het is puur theoretisch,” antwoordde Frank, “maar als we bedenken dat na drie weken de eerste bloedvaten ontstaan en het hart vandaaruit groeit, beginnend als een rechte, gespierde buis die peristaltisch samentrekt, en het feit dat ik vanaf de eerste echo maar één foetus heb gezien, dan was de mogelijke andere helft van de meerling al voor het vormen van een hart gestorven en geabsorbeerd. Een cluster cellen die een tweede hart vormen, ik wil niet zeggen dat het onmogelijk is, maar het is op dit moment nog steeds onverklaarbaar. Het is evenzeer theoretisch mogelijk dat het gewoon een lichaam-eigen duplicaat of kloon van een orgaan is. Evenzeer een uniek en onverklaarbaar verschijnsel.”

“Stel dat het tweede hart inderdaad van de gestorven helft van de meerling komt,” zei Andy, “is het dan niet opmerkelijk dat ze ook een stem in haar hoofd heeft waar ze mee praat, al zo lang als ze zich herinnert?”

“Wat je nu aanhaalt is alleen mogelijk als je in geesten gelooft,” antwoordde Jasper met een glimlach. “Dan is het mogelijk dat dit haar overleden zus is. Op dit moment blijf ik bij mijn diagnose van meervoudig persoonlijkheidsstoornis.”

Andy knipoogde. “Met twee geesten in een lichaam heb je hoe dan ook meerdere persoonlijkheden. Maar je gaat haar nu opvolgen?”

Jasper knikte. “Ik ga officieel deel uitmaken van jullie multidisciplinair team.”

Dat was goed, Andy werkte graag met hem samen. De theorie dat het tweede hart uit een deel van een meerling kwam stond hem aan, al kon hij niet verklaren waarom. Het idee dat haar zus met haar sprak vond hij heel bijzonder, maar dat was natuurlijk niet te bewijzen. Uiteindelijk maakte het ook niet uit hoe dat tweede hart er gekomen was, het meisje was uniek en hij was haar arts tot ze achttien werd. Hopelijk zou ze gewoon een gezond leven hebben, zoals iedereen.

 

*** © Mariska Bekker ***

~ Septemberschrijfchallenge van The Little Black Typewriter, dag 2 (een innerlijk dialoog) ~