Morfos

De wereld was niet alleen van de mensen. Er waren twee andere intelligente diersoorten die de wereld bewoonden.

De Morfos woonden vrij in de natuur, hun uiterlijk even divers als alle dieren uit het dierenrijk, vaak lijkend op een combinatie van dieren, maar met fel gekleurde vachten in één van de kleuren van de regenboog. Ze leefden alleen en vochten alleen als het nodig was. In tegenstelling tot gewone dieren hadden ze niet alleen klauwen of tanden om mee te vechten, ze hadden enkele magische vaardigheden die ze konden gebruiken om aan te vallen, of zich te verdedigen.

De Arvogs woonden, net als mensen, in groepsverband en bouwden steden. Net als mensen waren ze weinig divers, alle Arvogs zagen eruit als een aap met een stierenkop, maar de kleur van de vacht varieerde van blond tot zwart.

In tegenstelling tot de Morfos waren ze niet vredelievend, ze vochten onder elkaar om het heerschap in hun gebied. Tot ze zich op een dag verenigde en zich tegen de mensen keerden.

De mensen waren niet opgewassen tegen hun brute kracht, de zware knotsen en de kruisbogen die ze hanteerden en waren aan de verliezende hand.

Een paar mensen gingen op zoek naar Morfos, als die zich bij hen zouden aansluiten konden ze de Arvogs verslaan. Al snel leerden de mensen dat iemand een mentale link kon maken met een Morfos als die zich vrijwillig aan hem of haar bond, en dat de Morfos hun nieuwe partner te allen tijde zou verdedigen. Waar ze tijdens de gevechten ook achter kwamen was dat als een Morfos partner stierf, dat een leegte met zich meebracht die door niets of niemand meer opgevuld kon worden.

Met de hulp van de Morfos werden de Arvogs verslagen en de vrede keerde terug.

Sinds die tijd gingen mensen op de dag dat ze twaalf werden het bos in, op zoek naar een Morfos die hun partner wilde worden. Het duurde niet lang voordat iedereen een Morfos partner had. Zodra ze hun partner hadden gevonden, begon een vechttraining met het zwaard en pijl en boog. Als de Arvogs ooit terugkeerden moest de mensheid zich kunnen verdedigen.

***

Annabel wandelde door het bos met een paarse Morfos naast haar. Het leek op een kruising tussen een kat en een schildpad, met vier slanke kattenpoten en een kattenoren, maar met een schild op de rug en de kop van een schildpad.

“Annabel!” klonk de overslaande stem van een jongen in de pubertijd.

“Kas, wat is er?”

“Zullen we een duel houden?”

Nu het vrede was waren duels gebruikelijk, daarin lieten de mensen hun partner tegen de Morfos van iemand anders vechten, zo trainden de Morfos hun vaardigheden. Al ging het al een tijdje niet om het sterker worden om een mogelijke invasie tegen te gaan. Morfos toernooien werden met enige regelmaat georganiseerd en de winnaar kon een aardig geldbedrag winnen.

“Liever niet,” antwoordde Annabel. “Jij wilt gewoon de beste lijken door zwakkere duo’s uit te dagen en te verslaan. Je hebt iedereen die jonger is dan jij uitgedaagd en verslagen en daarna lopen opscheppen over je overwinning, maar de meer ervaren strijders, die daag je niet uit.”

“En dan? Ben je bang om te verliezen?”

Annabel keek naar haar partner en daarna naar Kas. “Goed, we duelleren. Archie, laat maar eens zien wat je kunt.”

De paars Morfos wandelde op haar gemak naar voren en keek naar de gele kruising tussen een kangoeroe en een konijn, iets kleiner dan een gewone kangoeroe, maar met de voorpoten en oren van een konijn.

Het gevecht begon, de gele Morfos sprong omhoog en wilde Archie stampen, maar Archie trok zich terug in haar schild. Daarna haalde ze uit met haar klauw en jankend van pijn sprong de gele Morfos achteruit.

“Dennis, laat je niet kennen!” riep Kas uit. “Gebruik je Trilling!”

Dennis leunde op zijn staart en stampte op de grond, dit zorgde voor een kleine aardschok die Archie uit balans haalde en ze viel om. Daarna sprong Dennis naar voren en schopte Archie met zijn grote achterpoot.

“Dit gaat niet goed,” mompelde Annabel. “Archie! Gebruik je Kattengejank!”

Archie deed haar mond open en liet een schel gejammer horen, waardoor Dennis zijn konijnenoren omlaag trok en met een van pijn vertrokken gezicht het geluid uit zijn oren probeerde te houden.

Een nieuwe Trilling zorgde ervoor dat Archie stopte met haar Kattengejank en weer werd e weggeschopt.

“Dit is een makkie!” zei Kas met een grijns.

“Wacht maar,” zei Annabel en ze haalde een blauwe steen uit haar zak.

Kas staarde ernaar met grote ogen. “Heb je een morfsteen gevonden?”

“Inderdaad,” antwoordde Annabel, die op haar beurt grijnsde. “Wat denk je, Archie, ben je er klaar voor?”

Archie knikte.

“Dea, mida, morvo!” Na het spreken van de spreuk tikte Annabel met de steen op de rug van Archie. De steen begon te gloeien en hetzelfde blauwe licht scheen ook uit de ogen van de paarse Morfos.

De Morfos begon te veranderen, ze werd groter, haar achterbenen werden gespierder en ze ging rechtop staan. Haar oren werden iets spitser en stekels kwamen uit het schild. Nu was Dennis geen partij meer voor Archie en het gevecht was snel voorbij.

“Goed gevochten,” zei Annabel tegen haar partner.

“We zijn nog niet klaar!” riep Kas en hij trok zijn zwaard. “Laat jij nu maar zien dat jij kan vechten!”

Hij viel aan voordat Annabel haar wapen goed vast had en ze deinsde terug. Ze was tot verdedigen gedwongen, niet alleen was ze minder sterk dan Kas, hij gooide alles in de strijd om dit te winnen.

“Kas, genoeg!”

“Ik laat me niet verslaan door een meisje!”

Annabel fronste naar hem en haalde een rode steen uit haar zak. Zodra Dennis dat zag viel zijn mond open.

“Nee… heb je ook een memorfsteen gevonden?!”

“Moeder lucht, geef me kracht!” riep Annabel uit en de steen begon te gloeien. Ze werd gehuld in een rozig licht en zodra het doofde was de verandering te zien: voor haar gezicht zat een groen en paars masker van een vlinder en haar zwaard was nu zilverkleurig. Haar armen en benen leken gespierder te zijn dan eerst.

“Alsof dat je zal helpen,” zei Kas en hij probeerde stoer te klinken.

“Deze verandering komt met een nieuwe vaardigheid zei Annabel en ze hief haar hand met de palm naar de lucht gericht. “Dans van de dauwdruppels!”

Er verschenen kleine, blauwe bolletjes boven haar hand en toen ze vond dat er genoeg waren bracht ze haar hand omlaag en wees naar Kas. De bolletjes vlogen door de lucht en raakten hem.

“Dat is koud! Dat prikt!” Kas draaide zich om en begon weg te rennen.

“Die heeft zijn lesje wel geleerd,” zei Annabel en ze stak haar vuist uit naar Archie, die er met haar voorpoot tegen duwde terwijl ze ook naar de wegrennende Kas keek.

 

*** © Mariska Bekker ***

~ Septemberschrijfchallenge van The Little Black Typewriter, dag 13 (Metamorfose) ~
(Geïnspireerd door de vele anime met dit thema)