Dit verhaal is onderdeel van ‘het gewone leven kan soms ongewoon zijn’
Andy was op de kamer bij een patiënt, ze was opgenomen met hoge koorts en nu deed hij een snelle controle van haar hart en longen. Een verpleegkundige kwam erbij om een nieuwe zak aan het infuus te hangen en botste daarbij tegen Andy aan.
“Wees maar voorzichtig, Tanja. Het is vandaag vrijdag de dertiende.”
“Dat is onzin.”
“Even op je zij draaien,” zei hij tegen het meisje en daarna keek hij naar de verpleegster. “Je kunt er beter niet mee spotten. Het universum luistert.” Ondertussen zette hij de kop van de stethoscoop op de rug van het meisje om nog even te luisteren.
“Kom nu, dokter Petersen,” zuchtte Tanja. “Nu vertel je echt onzin.”
“Wel lief zijn voor me, hè. Het universum houdt van mij!”
“Ik ben lief voor je, als er geen kinderen bij waren had ik wel andere namen voor je.”
“Oeh, die doet pijn,” kreunde Andy terwijl hij zijn borst vastgreep en hij keek naar het meisje in bed. “Ik denk dat ik nog even hier blijf. Jij bent mijn beschermengel!”
Het meisje giechelde zachtjes.
Hoofdschuddend ging Tanja naar de deur, maar op het moment dat ze daar was ging die open en botste een andere verpleegster tegen haar aan.
“Misschien geloof je nu wel in vrijdag de dertiende?” vroeg Andy.
Tanja zond hem een geërgerde blik.
“Anders is het karma, ik zei toch dat het universum van mij houdt!”
Zonder iets te zeggen verliet Tanja de kamer.
“Is vrijdag de dertiende echt een ongeluksdag?” vroeg het meisje in het bed.
“Dat is maar bijgeloof,” antwoordde Andy met een knipoog. “Je longen klinken goed, rust veel uit, luister goed naar de lieve verplegers. Ik kom straks weer even bij je kijken.”
Het meisje knikte en Andy verliet de kamer om een bezoekje te brengen aan de volgende patiënt.
*** © Mariska Bekker ***
~ Geinspireerd door de Septemberschrijfchallenge 2019 van Schrijfdroom ~