Dit verhaal is onderdeel van ‘het gewone leven kan soms ongewoon zijn’
Het was zaterdag en een mooie dag in Nijmegen. Aan de winkelstraat was nauwelijks te zien dat veel studenten naar huis waren gegaan voor het weekend, het was er vol met mensen.
Mike stond bij een groepje die hij kende van de universiteit. De vrienden waar hij meestal mee optrok waren er nu niet, Siebe was terug naar Leeuwarden voor het weekend, Peter was onverwachts in Amsterdam gebleven, Wart was met zijn ouders naar Maastricht voor de verjaardag van een van zijn broers.
Deze groep waren studenten geneeskunde en biologie, een groep waar Mitch tijd mee doorbracht als hij op de universiteit was, maar nu had hij de uitnodiging om gezellig de stad in te gaan afgeslagen met de woorden: “Laat me met rust, ik ben bezig. En jullie zouden je beter ook richten op de scriptie.”
Mike daarentegen, die had wel zin om met andere mensen wat tijd door te brengen. Het was beter dan alleen in zijn kamer zitten.
“Waar gaan we naartoe?” vroeg een van hen.
“In het Valkhofpark zijn levende beelden te zien,” zei Mike.
“Nee, laten we naar een café gaan!” stelde Sjors voor.
Mike keek naar hem, daar had hij eigenlijk geen zin in. “Het is een mooie dag, waarom zouden we naar een café gaan?”
“Omdat het gezellig is. Kom op jongens, we gaan naar De Fuik.”
Het voorstel voor Sjors vond bijval van iedereen en Mike slaakte een zucht. Daar had hij geen zin in en hij vond het niet eens een echt gezellig café, maar het alternatief was alleen zijn. En het was geen goede dag om alleen te zijn, de gedachte alleen al maakte hem onrustig. Natuurlijk zou hij niet helemaal alleen zijn als hij naar het Valkhofpark zou gaan, maar er zou niemand zijn die hij kende. En omringd zijn door vreemden kon soms ook een heel eenzaam gevoel geven.
De groep vertrok in de richting van het café en Mike wandelde erachter aan. Meegaand met de groep in de richting die zij kozen.
Een van de vrouwen in de groep kwam bij hem lopen. “Je hebt er geen zin in, hè?”
Mike schudde zijn hoofd.
“Ik vind het ook moeilijk om nee te zeggen,” bekende ze.
“Ik ben gewoon niet graag alleen nu,” antwoorde Mike en hij keek naar haar. Vanessa, student Biologie, dat was alles wat hij van haar wist. Maar ze hadden een paar keer samengezeten met de groep in de universiteit. “Heb jij er zin in?”
“Ik vond dat je wel gelijk had, het is een mooie dag.”
“Zullen we dan naar het Valkhofpark gaan?”
Vanessa beet op haar lip en keek naar de rest. “Maar, wat zouden zij ervan denken? We laten ze in de steek.”
“We zijn ze niets verplicht. Ik geloof wel dat we het gezellig kunnen maken in een café en mij gaat het nu om het samenzijn, wat we doen is minder belangrijk. Als ik de keus heb ga ik liever naar de levende beelden kijken, maar niet als ik het alleen moet doen. Dus, als je zin hebt kun je mee en genieten we even van deze mooie dag.”
Nu knikte Vanessa.
“Zeg,” zei Mike, luid genoeg om door de rest gehoord te worden. “Vanessa en ik gaan naar het Valkhofpark.”
“Als jullie naar die duffe beelden willen gaan kijken moeten jullie dat doen,” zei Sjors.
“Doen we. Tot straks, of anders zien we jullie op de uni weer.” Mike zwaaide naar de rest en draaide zich om, gevolgd door Vanessa.
De twee groepen wandelden van elkaar weg, en gingen ieder hun eigen richting op.
*** © Mariska Bekker ***
~ Geinspireerd door de Septemberschrijfchallenge 2019 van Schrijfdroom ~