Dit verhaal is niet bijzonder spannend of grappig. Dit is een introductie van verschillende personages uit een serie korte verhalen die vallen onder de noemer ‘het gewone leven kan soms ongewoon zijn’. Verhalen met deze personages kunnen in iedere categorie terugkomen, met uitzondering van middeleeuws/fantasy. De verhalen zullen meestal plaatsvinden ergens na de feestelijke oktoberdag die in dit verhaal beschreven wordt.
***
Voor een groot gebouw stonden groepjes jongen mensen te praten. De automatische schuifdeuren gleden open en dicht iedere keer als er iemand naar binnen of naar buiten ging. De zon bescheen de rode stenen van de universiteit waar studenten van verschillende richtingen hun diploma probeerden te halen.
In de hal was het druk, studenten wandelden op hun gemak naar de kantine, namen nog snel een samenvatting door voor een tentamen, bespraken de afgelopen les, maakten afspraken om ergens te ontmoeten, vertelden elkaar hoe hun weekend was geweest, enzovoorts. Er was altijd wel iemand ergens op weg, net zoals een student met korte bruine haren die een trap beklom naar de eerste verdieping. Met een rugzak die op één schouder hing ging hij naar de bibliotheek en ging er naar binnen. Daar keek hij even rond tot hij degene zag die waarvan hij hoopte dat die er zou zijn en hij ging er naar toe.
“Dag Mitch,” zei hij terwijl hij ging zitten op een van de lege stoelen.
Mitch keek verstoord op, maar knikte een keer ter begroeting. “Mike,” zei hij ter begroeting.
Mike deed ondertussen zijn rugzak open en haalde er wat boeken en een collegeblok uit. “Wat ben je aan het doen?”
“Casus,” antwoordde Mitch kortaf en hij boog zich weer over zijn werk.
Mike knikte een keer en boog zich over zijn eigen werk. Hij wist dat Mitch zijn studie ter harte nam en geen interesse had in betekenisloos geklets. De standaard beleefdheids-uitwisselingen hoorden daar bij.
Beide studenten werkten in stilte aan hun opdrachten tot Mitch zijn pen neerlegde en zijn armen strekte. Mike keek kort op, maar schreef daarna rustig verder.
“Kom je vanavond ook?” vroeg Mike zonder op te kijken van zijn collegeblok.
“Natuurlijk,” antwoordde Mitch. “Maar waarom vier je dit in de flat van je oom en niet gewoon thuis?”
Mike keek op naar Mitch en haalde met een glimlach zijn schouders op. “Omdat oom Andy het voorstelde. Hij vond dat ik best eens een feestje moest kunnen geven met mijn vrienden en zonder van die ‘vervelende volwassenen’ zoals hij het zelf zei. Hij heeft drank en snacks gehaald en zei dat dit mijn verjaardagscadeau voor dit jaar zou zijn. En hij vroeg om een beetje op te ruimen achteraf.”
“Dus hij is er zelf ook niet.”
“Dat klopt,” antwoordde Mike. “Die zit voor zijn werk in New York. Een of ander congres voor pediaters.”
Mitch knikte ten teken dat hij het begreep en begon aan een nieuwe taak.
***
Die avond parkeerde Mitch zijn auto voor een flatgebouw en hij ging naar het paneel met de deurbellen. Een koude herfstwind speelde met een paar bruine bladeren die op de stoep lagen. Mitch keek er kort naar terwijl hij de grijze sjaal iets strakker rond zijn nek trok. Daarna drukte hij op de knop naast het plaatje met ‘A. Petersen’ en wachtte tot hij iets hoorde.
“Hallo!” hoorde hij een moment later de vrolijke stem van Mike door de speaker.
“Ik ben er,” antwoordde Mitch, waarna hij het geklik hoorde van de deur die van het slot gehaald werd. Hij ging het gebouw binnen en ging met de lift naar de vierde verdieping, waar hij naar de flat ging die Mike had doorgegeven. Daar belde hij weer aan en al snel ging de deur open, zodat hij recht in het vrolijke gezicht van een van de vrienden van Mike keek.
“Siebe,” begroette hij hem met een hoofdknik, het was een van de weinige mensen die hij kende waarbij hij niet omlaag moest kijken. Siebe en hij waren ongetwijfeld de langste van de vrienden van Mike, al was dat wel waar de vergelijking stopte. Zo had Mitch kortgeknipt, zwart haar, terwijl Siebe stroblond haar had dat tot net voorbij zijn oren kwam.
“Kom er in!” zei Siebe vrolijk, terwijl hij een hand op de schouder van Mitch legde om hem aan te moedigen de flat binnen te wandelen, alsof dat echt nodig was.
Mitch ging verder naar binnen en hing zijn jas en sjaal op aan de kaptstok in de gang. Zijn blik viel op de hoed die er hing, een hoed waarvan hij wist dat Siebe die altijd droeg als die buitenshuis was. Daarna ging hij verder naar de woonkamer waar hij andere gasten zag. Als eerste ging hij naar Mike toe en schudde hem de hand, waarbij hij hem feliciteerde met zijn twintigste verjaardag. Daarna keek hij rond en hij merkte dat hij een paar gezichten miste. “Zijn Wart en Peter er nog niet?” vroeg hij toen.
“Peter komt nog,” antwoordde Mike, waarna hij gebaarde in de richting van de keuken. “En Wart is op het balkon een sigaret aan het roken.” Daarna keek hij in de richting van een groepje van drie. “Zoals je ziet zijn Paul, Kees en Mark er wel.”
Mitch knikte terwijl hij naar ze keek, die drie kende hij van de universiteit, hij wist dat Kees en Paul beide archeologie studeerden, net als Mike. Mark studeerde geologie, maar dat was de zoon van een collega-archeoloog van de vader van Mike. De rest zat niet op de universiteit, Siebe volgde de hbo-opleiding creatieve therapie en Wart zat op de mbo-opleiding muziektechnicus, maar ze studeerden beide wel in Nijmegen. Peter volgde de hbo-opleiding informatica in Amsterdam, maar had in dezelfde klas als Mike gezeten op de middelbare school. Dit was informatie wat Mitch al een hele tijd wist, net zoals zij allemaal wisten dat hij geneeskunde studeerde. Hij besloot om die drie te begroeten en zich in het gesprek te mengen.
Wart kwam weer de woonkamer binnen en begroette Mitch met een hoofdknikje. Mike zag dat hij aan de telefoon hing met iemand en waarschijnlijk met een familielid, want Wart sprak Maastrichts. Hoewel Mike niet echt kon verstaan wat er gezegd werd kende hij genoeg van het dialect om het te herkennen als hij het hoorde. Hij keek even in de richting van Siebe, als die met familie aan het telefoneren was ging hij vaak over in het Fries en hij vond het een leuke taal om naar te luisteren. Een tijdje later kwam Peter ook aan en Mike begroette zijn vriend hartelijk.
***
Het was een gezellig feestje, er werd muziek geluisterd, gepraat, gelachen, gegeten en gedronken. Op een gegeven moment keek Mike even rond en zag hoe iedereen gewoon gezellig met elkaar aan het praten was. Wat hem betrof was het een geslaagd feestje. Hij zag hoe Siebe weg ging van Mitch en Peter en naar hem toe kwam.
“Wat denk je?” vroeg hij. “Zullen we ze het vertellen?”
“Het lijkt me een goed moment.”
“Mag ik het vertellen?”
Er verscheen een glimlach bij Mike en hij knikte een keer.
“Prima,” zei Siebe en hij keerde zich naar de rest van de studenten. “Wij hebben nieuws!” kondigde hij enthusiast aan.
“Je hebt de lotto gewonnen?” gokte Peter.
“Was het maar waar!” antwoordde Siebe meteen. “Maar het heeft iets met geld te maken. Jullie weten dat Mike, Wart en ik samen regelmatig muziek maken sinds we elkaar hebben ontmoet op dat muziekevenement vorig jaar in mei.” Er werd geknikt, maar Siebe wachtte niet echt op die bevestiging en ging gewoon verder. “We hebben ook wel eens samen op straat gestaan en wat gespeeld. Heel leuk allemaal, maar er is iets leuker waar we mee gaan beginnen. Er is in de stad een muziekcafé, de Eik heet het, en die hebben iedere vrijdagavond live muziek wat gebracht wordt door lokale muziekgroepen. En over twee weken mogen wij daar staan en als het ons bevalt vanaf dan iedere twee weken tussen zeven en half acht. En we krijgen er voor betaald.”
Er klonken reacties als ‘geweldig’, ‘leuk’, ‘gefeliciteerd’ en ‘we zullen zeker komen luisteren’. Mitch keek ze echter bedachtzaam aan. “En hebben jullie ook een naam?” informeerde hij.
“Welzeker,” antwoordde Siebe vrolijk. “We hebben er lang over nagedacht en uiteindelijk gekozen om onze groep ‘de Remi’ te noemen.”
Terwijl er verder werd gepraat over de vooruitzichten van het optreden in een kroeg kwam Peter bij Mike staan.
“Wat zeiden je ouders?” vroeg hij.
De blik van Mike versomberde en hij haalde zijn schouders op. “Mijn vader vond het prachtig. Wat dat betreft oom Andy en oom Evert ook. Mijn moeder… die werd boos. Ze riep dat muzikanten nergens voor deugen en dat ik moet stoppen met op die manier mijn geld te verdienen. Ze was er ook op tegen dat ik op zaterdag in de stad ging staan met mijn gitaar, maar ze had uiteindelijk toegestemd. Over dit zei ze uiteindelijk dat ik moest doen wat ik wilde, maar ze zou nooit komen luisteren.”
“Maar je vader vindt het goed.”
“Mijn vader is trots. Ik wou dat mijn moeder het ook kon zijn…” Mike slaakte een zucht en haalde een hand door zijn haar. “In ieder geval sprak ze weer tegen mij,” ging hij bitter verder. “Ze heeft bijna een maand lang nauwelijks een woord tegen me gesproken. Niet dat dit veel beter is.” Hij zuchtte weer en keek in de meelevende blik van Peter. “Over ouders gesproken, hoe was dat etentje met je vader?”
Nu was het Peters beurt om bedrukt te kijken en hij haalde zijn schouders op. “Stroef. Als het aan mij had gelegen was ik niet eens gegaan, ik heb op dit moment geen behoefte om met hem of mijn moeder aan één tafel te zitten. Maar Kim wilde wel graag met onze vader uit eten en ik wilde haar ook niet alleen laten gaan.”
“Je neemt ze die ruzies en die scheiding nog steeds kwalijk, hè?” merkte Mike op, die een hand op de schouder van zijn vriend legde.
Peter knikte en keek Mike aan. “Maar laten we daar nu niet verder over doorgaan, we hebben een feestje te vieren.” Hij liet een kleine glimlach zien. “Een mens wordt maar één keer twintig.”
Mike knikte ook om te laten zien dat hij het er mee eens was en samen gingen ze bij Mitch en Mark staan om zich in het gesprek te mengen.
Ondankt het kleine dipje in de feestvreugde was het een gezellige avond en Mike was blij dat hij zijn verjaardag met een paar van zijn beste vrienden had kunnen vieren.
*** © Mariska Bekker ***